Voorwaarden voor toepassing

Veiligheid voorop

Om de veiligheid van de medewerkers in geboortecentra en verloskamers te waarborgen mag het lachgas alleen strikt geprotocolleerd en met de nodige technische maatregelen worden toegediend. 
Het kan ook alleen ingezet worden door bevoegde medewerkers bij bevallingen in een geboortecentrum in een ziekenhuis of met een droge verbinding met een ziekenhuis, dan wel bij bevallingen op de
verloskamers in een ziekenhuis.
 

Het management van de organisatie ziet toe op de naleving van deze randvoorwaarden. De Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) en IGZ kunnen daarop controleren.

Voorwaarden voor toediening van het lachgas/zuurstofmengsel zijn:

  • De zwangere moet een indicatie voor pijnstilling hebben, geïnformeerd zijn en toestemming geven voor toediening.
  • De zorgverlener moet continue aanwezig zijn op de verloskamer en bewaakt de moederlijke en foetale conditie.
  • De verloskundige die het middel inzet tijdens de baring is bevoegd en bekwaam.
  • Verloskundigen die het middel toedienen moeten aanvullend geschoold en gecertificeerd zijn. De scholing bestaat uit een theoretisch en praktisch gedeelte.

Voorwaarden voor veiligheid zorgverleners zijn:

  • Het toedienen vindt ‘on-demand’ plaats met een dubbelmasker en een kinmasker dat het uitgeademde gas continu afzuigt.
  • De bevalkamers moeten een adequate ruimteventilatie hebben voor afvoer van verontreinigde lucht en aanvoer van verse lucht.
  • Vlak voor de uitdrijvingsfase wordt de toediening gestopt en krijgt de barende een aantal minuten enkel zuurstof toegediend. Om piekblootstelling te voorkomen blijft het kinmasker op en wordt de afzuiging daarvan verdubbeld.
  • Volgen van vaste werkwijze bij het wisselen van cilinders en controle van de apparatuur voor afzuiging.