Samenwerking
Samenwerking
Een bevalling met lachgas mag alleen in een geboortecentrum of poliklinisch in een ziekenhuis plaatsvinden. Redenen hiervoor zijn dat het toedienen van lachgas door een verloskundige een gedelegeerde handeling is en het feit dat er bij evt. calamiteiten goed en snel opgetreden kan worden en er eventuele technische matatregelen mogelijk zijn. Dat betekent dat er tussen het geboortecentrum en het ziekenhuis over veel zaken goede afspraken gemaakt en vastgelegd moeten worden.
Wat is ieders rol?
Verloskundigen
De verloskundige is bevoegd (mits geschoold en bekwaam) om het lachgas te geven. De verloskundige wordt hierbij geassisteerd door een kraamverzorgende.
Verloskundigen mogen niet meer dan 2 behandelingen met lachgas in één dienst geven, zodat het risico op blootstelling nog minder wordt.
Verloskundigen mogen niet meer dan 2 behandelingen met lachgas in één dienst geven, zodat het risico op blootstelling nog minder wordt.
Kraamverzorgenden
De kraamverzorgende is bevoegd (mits geschoold) om assistentie te verlenen aan de verloskundige bij het geven van lachgas en bij afwezigheid van de verloskundige de cliënt te observeren. De kraamverzorgende zet alle benodigdheden klaar, maar dient het lachgas niet toe en wisselt bijv. geen gasflessen.
Management geboortecentrum/verloskamer
Het management is o.a. verantwoordelijk voor het naleven van de protocollen, goed gebruik van lachgas, goede arbeidsomstandigheden, voldoende en geschoold personeel, het uit laten voeren van periodieke controles en evaluatie van lachgasconcentratie in de bevalkamers.
Gynaecoloog
Het toedienen van lachgas was tot 1 september 2014 een voorbehouden handeling waarvoor de verloskundige bevoegd en bekwaam moest worden verklaard en waarvoor de gynaecoloog verantwoordelijk bleef.
Sinds 1 september 2014 is de verloskundige echter zelfstandig bevoegd. Dat neemt niet weg dat de samenwerking met de gynaecoloog en evt anesthesioloog zeer belangrijk blijft en dat deze specialisten betrokken moeten worden
bij het vaststellen van protocollen en afspraken, o.a over het handelen bij bij calamiteiten en over het stoppen van de lachgastoediening bij een overdracht.
bij het vaststellen van protocollen en afspraken, o.a over het handelen bij bij calamiteiten en over het stoppen van de lachgastoediening bij een overdracht.
Arbeidshygiënist
Een gecertificeerde arbeidshygiënist toetst of de genomen beheersmaatregelen voldoende zijn. Wanneer een organisatie deze specialist niet zelf in huis heeft, kan deze ingehuurd worden (bijvoorbeeld bij de Arbodienst).
Andere ziekenhuisafdelingen
Naast bovengenoemde moet bij samenwerking met het ziekenhuis ook gedacht worden aan samenwerking op het gebied van inkoop en transport van de lachgascilinders, de 24-uurs signalering en bijstand bij uitval stroom e.d., het controleren en ijken van de apparatuur, het periodiek beoordelen van lachgasconcentraties, het maken van afspraken over reanimatie van moeder en kind.